marleenblogt

Beter goed geleend dan saai geschreven

Taalpurisme is slecht voor je woordenschat. En historisch gezien pure quatsch. Wat?! Ja, quatsch! Je leest het goed. Dit is een pleidooi voor het genieten van gestolen schatten. Leve het leenwoord: hebben is houden (van)!

Laatst stuitte ik in een LinkedIn-groep op een discussie over leenwoorden. Vooral Duitse leenwoorden moesten het ontgelden. Tja, ze komen nu eenmaal van de Grote Buur en zijn herkenbaar, vooral aan de umlauten: fingerspitzengefühl, salonfähig. Maar ook aan de schw’s en schm’s en verwante klanken: schwung, schmieren, kitsch. En nu ik toch aan het opsommen ben, mag het sowieso onmisbare überhaupt niet ontbreken. Menig taalpurist krijgt er pukkels van. Mij begeistert het!

Rentevrij lenen

Leenwoorden worden nooit teruggegeven. We houden ze lekker, gebruiken ze en betalen er niets voor. Wat zou daarop tegen zijn? De reacties in de LinkedIn-groep logen er niet om: taalvervuiling en -verloedering is het, de inluiding van de teloorgang van het Nederlands en ga zo maar door.

Taal verandert

Ach beste vakgenoten, jullie weten toch wel beter? Een beetje Neerlandicus heeft wel eens een Oud- of Middelnederlandse tekst onder ogen gehad en weet: taal verandert voortdurend. Althans, een levende taal. Want taalgebruikers voegen toe, laten weg, veranderen, verzinnen en … lenen. Rentevrij!

Niet mee eens? Probeer dan maar eens consequent te zijn en schrap ze allemaal uit je woordenboek. Ik verzeker je: dat wordt droog brood eten. Jij kunt dan geen tekst meer schrijven met charme of allure (Frans) en ook geen tarief (Arabisch) hanteren of facturen (Frans) sturen.

Alle andere schrijvers – brood-, prof- én plezierschrijvers – adviseer ik: gebruik ze, geniet ervan en vooral niet met mate. Leenwoorden zijn een verrijking van je woordenschat. Kies dus voor extra kleur op je schrijverspalet.

Dit blog publiceerde ik eerder op www.redactieprofs.nl